Nieuwsoverzicht

Dit werd in de hand gewerkt door meerdere samenwerkende elementen:

• warme, vochtige en labiele lucht over onze streken. Door de dagelijkse opwarming van de lucht, dichtbij het aardoppervlak, wordt de lucht lichter en stijgt, waarbij stapelwolken gevormd worden van een dikte van meerdere kilometers, en die dus veel water bevatten.

• elementen die een stijgbeweging triggeren, zoals het reliëf of convergentielijnen in de onderste lagen van de atmosfeer (= lijnen die gebieden met verschillende windrichtingen scheiden op de weerkaart). Door behoud van massa kunnen op elkaar botsende luchtzones enkel stijgen.

• zwakke winden in de onderste lagen van de atmosfeer die zorgen dat de buien zich maar traag of nauwelijks verplaatsen, zodat op eenzelfde plaats veel neerslag valt uit een intense bui.

De onweders zijn begonnen in de Ardennen (provincie Luik) rond de middag alvorens zich via Limburg uit te breiden naar het centrum. Dit gebeurde eerder door “voortplanting” van de onweerscellen dan door de wind. In een onweersbui zelf is er circulatie : warmere stijgbwegingen in de kern en koudere daalbewegingen die zich uitbreiden over de grond onder de vorm van rukwinden en die nieuwe onweerscellen kunnen veroorzaken. Ook een convergentielijn in de hand gewerkt door de zeebries zorgde voor zware onweders tussen Henegouwen en Antwerpen, die zich langzaam oostwaarts verplaatsten.

Door die plaatselijke onweders zijn er grote verschillen van plaats tot plaats in de neerslagaccumulaties. De situatie werd goed ingeschat door het KMI dat eerst een code geel en later oranje gaf. Vanaf code oranje werden uurlijkse en gedetailleerde regionale voorspellingen beschikbaar gesteld.