Net als de vorige jaren wordt aan de start van de meteorologische herfst op 1 september een nieuwe lijst van namen voor zware stormen in Europa bekend gemaakt. Op die manier krijgt een storm die door verschillende Europese landen raast één en dezelfde naam, hetgeen bijdraagt tot een duidelijke communicatie voor de (sociale) media.
Europese samenwerking
Het KMI stelde samen met haar collega’s uit Frankrijk, Spanje, Portugal en Luxemburg een lijst met stormnamen samen. De beginletter van de namen volgen de letters van het alfabet, beginnende bij A, B, C, ... Een aparte lijst werd opgesteld door de meteorologische instituten van Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Indien een storm voor het eerst een naam krijgt in één van deze drie landen en daarna verder trekt naar ons land, wordt de naam die gegeven is door één van deze drie landen overgenomen (het omgekeerde geldt ook indien een storm vanuit het zuidwesten richting het noordwesten van Europa trekt). Andere landen hebben op dit moment nog geen lijst, maar zullen wel de naam van de storm overnemen. Uiteindelijk wordt alles gecoördineerd door EUMETNET, een Europees samenwerkingsverband van meteorologische instituten.
Waarom en wanneer krijgen stormen een naam?
Het geven van een naam aan stormen of rampen is niet nieuw en wordt ook elders in de wereld toegepast. Een gekend voorbeeld zijn de Atlantische orkanen in de Verenigde Staten van Amerika. Ook in Europa wordt reeds lange tijd een naam gegeven aan belangrijke stormen, zoals bijvoorbeeld de stormen die rond de kerstperiode van 1999 voor flink wat schade en leed zorgden in Zuidwest- en Centraal-Europa en nog steeds gekend zijn onder de namen “Lothar” en “Martin”.
Het gebruik van een gemeenschappelijke lijst met stormnamen opgesteld door verschillende meteorologisch instituten (waaronder het KMI) zorgt voor een duidelijke communicatie, in het bijzonder wanneer een storm over verschillende Europese landen raast.
Niet zomaar elke storm zal een naam toegewezen krijgen. Over het algemeen geldt dat er minstens een code oranje voor hevige wind moet worden uitgegeven voor een voldoende omvangrijk gebied. De criteria voor de kleurcodes zijn verschillend voor elk land, maar voor België geldt dat er een code oranje wordt gegeven indien de verwachte rukwinden boven 90 km/u liggen in het zomerhalfjaar en boven 100 km/u in het winterhalfjaar. De hevige wind moet bovendien verband houden met een stormdepressie en niet met onweders, omdat deze laatste vaak erg lokaal zijn. In bepaalde gevallen, wanneer een aanzienlijke impact verwacht wordt, kan ook een storm met code geel een naam krijgen. Dit kan het geval zijn bij stormen met bijvoorbeeld veel regen of sneeuw.
De nieuwe lijst met stormnamen
Misschien doen namen van stormen van de voorbije jaren zoals Dennis, Ciara of Odette nog een belletje rinkelen. Dit jaar krijgen stormen in Portugal, Spanje, Frankrijk, Luxemburg en België die aan de bovenvermelde criteria voldoen een naam uit de volgende lijst:
Een speciale naam in de lijst is Jean-Louis. Deze naam is in de lijst gezet om Jean-Louis Van Hamme te eren. Jean-Louis Van Hamme was meteoroloog in de KMI-weerkamer en weerpresentator op de RTBF in de jaren ’60 en ’70. Hij was langs Franstalige kant de eerste TV-weerman die verbonden was aan het KMI. Hij overleed in 2018 op 88-jarige leeftijd.